Individueel keuzebudget

Hoofdstuk 4 Individueel keuzebudget

 
 
 

Artikel 4.1 | Recht op IKB

 
  1.  

    De werknemer krijgt een IKB.

  2.  

    Het IKB is een bedrag per maand dat de werknemer kan besteden voor de doelen in artikel 4.3.

 

Artikel 4.2 | Opbouw IKB

 
  1.  

    De werknemer bouwt het IKB per maand op. Het IKB bestaat uit:

    1.  

      8% van het salaris en de salaristoelage(n) en de overwerkvergoeding in de maand van opbouw;

    2.  

      7,55% van het salaris in maand van opbouw;

    3.  

      1,5% van het salaris in maand van opbouw, met een minimum van €33,33 bij een voltijdsdienstverband.

  2.  

    Over lid 1 onder a, b en c wordt pensioen opgebouwd. Dit geldt niet voor de overwerkvergoeding onder a. 

  3.  

    Krijgt de werknemer in een maand een deel van het salaris en salaristoelage(n) uitbetaald, dan krijgt hij ook het IKB naar rato. Krijgt de werknemer in een maand geen salaris, dan bouwt hij die maand geen IKB op.

  4.  

    Krijgt de werknemer in een maand een deel van het salaris en salaristoelage(n) uitbetaald, omdat hij arbeidsongeschikt is, dan bouwt hij die maand volledig IKB op.

  5.  

    De werkgever kan bronnen toevoegen aan het IKB.

 

Artikel 4.3 | Doelen IKB

 
  1.  

    De werknemer kan het IKB besteden aan:

    1.  

      het kopen van bovenwettelijke vakantie-uren tot een maximum van 187 uur per kalenderjaar bij een voltijddienstverband;

    2.  

      extra inkomen door uitbetaling van het IKB tot maximaal het bedrag dat hij op dat moment heeft opgebouwd; en

    3.  

      het betalen van een opleiding, als de werkgever die opleiding, al dan niet deels, niet vergoedt en het volgens de regels van de Belastingdienst mogelijk is dit belastingvrij te doen.

  2.  

    De werkgever kan aan het IKB doelen toevoegen.

 

Artikel 4.4 | Keuze uit doelen IKB

 
  1.  

    De werknemer kan elke maand een keuze maken om het IKB te besteden. Hij heeft voor deze keuze geen toestemming nodig.

  2.  

    De werkgever wijst voor elke maand een uiterste datum aan waarop de werknemer zijn keuze kenbaar moet maken.

  3.  

    De werknemer kan er ook voor kiezen het IKB in een maand niet of gedeeltelijk te besteden. Dat niet bestede IKB wordt gereserveerd. De werknemer kan dat op een later moment in het lopende kalenderjaar besteden.

  4.  

    De werkgever betaalt het IKB dat aan het eind van het kalenderjaar niet is besteed uit bij de salarisbetaling van december.

  5.  

    De werknemer kan alleen opgebouwd IKB besteden en zijn bestedingskeuze kan alleen betrekking hebben op hetzelfde kalenderjaar.

  6.  

    De werknemer kan een bedrag uit het IKB dat is besteed niet meer terugstorten in het IKB.

  7.  

    Als de werknemer bovenwettelijke vakantie-uren koopt dan betaalt hij per vakantie-uur het salaris vermeerderd met het IKB per uur van de maand waarin hij de uren koopt.

 

Artikel 4.5 | Uitbetaling IKB bij einde arbeidsovereenkomst

 
  1.  

    Aan het einde van de arbeids­overeenkomst betaalt de werkgever het bedrag van het niet bestede IKB uit.

  2.  

    De nagelaten betrekkingen krijgen het niet bestede IKB bij overlijden van de werknemer.

 

Artikel 4.6 | Fiscale gevolgen IKB

 
  1.  

    Het gebruik van het IKB kan gevolgen hebben voor loonheffingen, pensioen en sociale verzekeringen. De werknemer wordt geacht deze gevolgen te kennen.

  2.  

    Als blijkt dat een bedrag uit het IKB niet belastingvrij betaald had mogen worden doordat de werknemer onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, verhaalt de werkgever de verschuldigde loonheffing of eventuele boetes op de werknemer.

  3.  

    Als een netto voordeel voor de werknemer vervalt door wijziging van wet­- en regelgeving dan compenseert de werkgever dat niet.