Algemeen Directeur / Secretaris
- HBO
- WO
- 10-15 jaar
- > 15 jaar
Functieomschrijving
Milieueffectrapportage en de Commissie mer
Zowel nationaal als internationaal staan we voor grote ruimtelijke en maatschappelijke opgaven rondom de energietransitie, klimaatverandering, de overgang naar een circulaire economie, woningbouw, verbetering van lucht- en waterkwaliteit en de bescherming van biodiversiteit en natuur en landschap. Deze vraagstukken grijpen in op de leefomgeving en vragen om zorgvuldige besluitvorming binnen een beperkte (milieugebruiks-)ruimte, met oog voor uiteenlopende belangen.
Milieueffectrapportage (MER) speelt hierin een essentiële rol, zowel in binnen- als buitenland. Het doel is om milieubelangen vroegtijdig en volwaardig mee te laten wegen bij de voorbereiding van plannen en besluiten. Milieu moet daarbij breed worden opgevat, als omgevingskwaliteit: het gaat om de kwaliteit van lucht, bodem en water, om licht en geluid, om gezondheid, natuur, landschap en erfgoed. MER helpt om de milieugevolgen van projecten en beleidsplannen in beeld te brengen voordat de overheid een besluit neemt, stimuleert het onderzoeken van alternatieven en draagt bij aan transparante en samenhangende besluitvorming, in dienst van de zorgvuldigheid en samenhang van de afweging. MER raakt zo aan omvangrijke plannen en besluiten van overheden en aan initiatieven en activiteiten van zowel publieke als private partijen die (uiteindelijk) belangrijke milieugevolgen kunnen hebben en in belangrijke mate in elkaar grijpen en samenhangen.
De Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie mer) treedt op als onafhankelijk adviseur en beoordelaar van milieu-, natuur- en omgevingsanalyses bij besluitvorming over vaak complexe, grootschalige en gevoelige plannen en projecten met een grote impact op de leefomgeving. Het Bureau van de Commissie mer kent drie onderdelen:
- Commissie mer Nederland;
- de Ecologische Autoriteit;
- Commissie mer Internationaal.
Met de inzet van circa 350 externe experts ondersteunt de organisatie het publieke belang van een doordacht omgevingsbeleid, in binnen- en buitenland.
De rol van de Commissie mer in Nederland
In Nederland gaat het onder meer om projecten voor infrastructuur (luchthavens, wegen, spoor), energievoorziening (waaronder windparken), dijkverzwaringen, natuurherstel, landbouw en veehouderij en grote industriële activiteiten. Daarnaast is de Commissie in Nederland betrokken bij de strategische milieubeoordeling in verband met ruimtelijke plannen op nationaal niveau (zoals met betrekking tot de Nota Ruimte, het Nationale Waterplan en het Nationaal Plan Energiesysteem) en op provinciaal en gemeentelijk niveau (Omgevingsvisies/Omgevingsplannen). De Commissie adviseert en toetst wat beschreven moet worden in milieueffectrapporten. De initiatiefnemer van een project of plan is verantwoordelijk voor het (laten) opstellen van het rapport, de overheid beslist of het project uiteindelijk doorgaat en/of het plan wordt vastgesteld. De Commissie mer kent een onafhankelijke wettelijke basis, verankerd in zowel Europese (Directive 2011/92/EU e.v.) als nationale wetgeving (Omgevingswet en Omgevingsbesluit). Commissie mer Nederland brengt per jaar rond de 150 adviezen uit.
De rol van de Ecologische Autoriteit in Nederland
Sinds 2022 is de uitvoering van de Ecologische Autoriteit neergelegd bij het bureau van de Commissie mer. Om te beginnen voor een periode van acht jaar. De Ecologische Autoriteit beoordeelt of de juiste ecologische informatie beschikbaar en ingezet is voor de onderbouwing van besluiten over het beheer/herstel van beschermde natuur. Sinds haar oprichting heeft de Ecologische Autoriteit alle 133 natuurdoelanalyses (NDA’s) van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden getoetst. Dit heeft geleid tot robuuste, onafhankelijke en gebied specifieke informatie - een belangrijke basis voor effectief beleid dat zowel de natuur als de samenleving ten goede komt en juridisch standhoudt.
De rol van de Commissie internationaal
De Commissie ondersteunt - gesubsidieerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken - wereldwijd lage- en middeninkomenslanden. Zij werkt uitsluitend vraag gestuurd en brengt circa 30 internationale adviezen uit per jaar. Behalve onafhankelijke advisering, bestaat de ondersteuning uit capaciteitsontwikkeling van stakeholders in het mer-systeem, kennis- en leertrajecten en ontwikkelen van het mer-systeem in het betreffende land, zoals regelgeving en guidance. De Commissie is in 20 landen betrokken bij meerjarige capaciteitsontwikkelingsprogramma’s. Bij de ondersteuning werkt zij nauw samen met buitenlandse milieu- en sectorale overheden, professionals en niet-gouvernementele organisaties. Zij adviseert op zowel project- als strategisch niveau.
Organisatie
De organisatie is ondergebracht in een onafhankelijke Stichting Bureau Commissie mer, bestaat uit ongeveer 55 medewerkers en een netwerk van zo’n 350 externe deskundigen. Het kantoor is gevestigd op loopafstand van Utrecht Centraal Station. De Commissie werkt met inhoudelijk gedreven en toekomstgerichte professionals die zich met passie inzetten voor de publieke zaak.
Voor elk adviestraject wordt een werkgroep samengesteld met daarin de benodigde expertise, waaronder van wetenschappers, kennisinstituten en onderzoeks- en ingenieursbureaus. Deskundigen worden ingehuurd op persoonlijke titel en op basis van persoonlijke kennis. Het secretariaat van de werkgroep is in handen van een van de aan het Bureau verbonden secretarissen. Het voorzitterschap wordt bekleed door één van de met de Commissie mer verbonden plaatsvervangend voorzitters. De onafhankelijke positie van de Commissie wordt streng bewaakt. Werkgroepleden (incl. de secretaris en voorzitter) mogen geen betrokkenheid hebben bij een initiatief, de besluitnemer of de initiatiefnemer. De organisatiecultuur is plat en informeel, met ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en autonomie. Medewerkers streven kwaliteit na, weten elkaar gemakkelijk te vinden en werken graag samen om tot het best mogelijke resultaat te komen. Zorgvuldigheid en het maken van weloverwogen keuzes staan daarbij centraal.
Ontwikkelingen en opgaven
Als gevolg van veranderende wetgeving, economische ontwikkelingen en de complexe samenhangende context van milieuproblemen is de beoordeling van milieueffecten de afgelopen decennia voortdurend in ontwikkeling. Synchroon daaraan kende de organisatie fasen van opbouw, hoge productie, reorganisatie en stabilisatie.
Momenteel is er zowel een tendens merkbaar tot deregulering en een druk tot het sneller realiseren van ontwikkelingen, zoals in de sfeer van de energietransitie, dijkverzwaring, defensie en de woningbouw, als een tendens tot versterking van de milieuzorg in het licht van tekortschietend of versnipperd (inter-)nationaal klimaat- en natuurbeleid.
De tegenstellingen én de complexiteit binnen en tussen opgaven met betrekking tot de leefomgeving nemen toe. Dat vraagt steeds nadrukkelijker om een inzichtelijke afweging van belangen. En om een goede samenhang tussen aandacht voor de korte en de lange termijn.
Zowel het instrument mer als de Commissie mer hebben ondertussen een robuuste nationale en internationale reputatie en geschiedenis opgebouwd. In 2022 heeft de Commissie haar 35-jarige bestaan gevierd aan de hand van een nog steeds actueel strategisch visiedocument ‘Me(e)r dan ooit’. Voorop daarin staat de uitdaging om mer, juist in het licht van de urgentie én de complexiteit van opgaven, sterker te positioneren als kennis- en informatiebron voor zorgvuldige besluitvorming, aan de voorkant van besluitvorming, naast haar rol als toetsingsmoment in de eindfase. Dit vraagt om aandacht voor de doorwerking van omgevingskennis in niet alleen de keten van besluitvorming, maar ook in de bredere samenleving als geheel, waarin twijfel over de robuustheid van kennis niet zelden leidt tot onzekerheid. Naast aandacht voor het ‘wat’ is er kortom steeds meer aandacht nodig voor het ‘hoe’. Overigens zonder dat daarbij de wettelijke adviestaken en de inhoudelijke expertise uit het oog worden verloren.
Mer adviezen zijn niet altijd makkelijk te verteren voor initiators. Ze brengen soms tekortkomingen of risico's aan het licht zoals het ontbreken van milieu-informatie. Het advies is dan de brenger van de lastige boodschap. Ook wordt het proces van de milieueffectrapportage soms gezien als tijdrovend, technocratisch en duur. Tegelijkertijd hechten Provinciale Staten, de Tweede Kamer, een gemeenteraad of het algemeen bestuur van een waterschap aan informatie en onderbouwingen om doordachte democratische besluiten te kunnen nemen. De expertise van de Commissie helpt dan bij het opsporen van 'blinde vlekken' en het stroomlijnen van de besluitvorming. Het begrip ‘milieu’ gaat daarbij, in lijn met internationaal taalgebruik, steeds vaker op in het bredere begrip ‘omgeving’. In projecten en plannen voor de fysieke leefomgeving van Rijk, provincies en gemeenten, zoals in het kader van het Omgevingsbeleid, worden integrale doelen gesteld voor omgevingskwaliteit, zoals in verband met energie, klimaat, natuur, economie, landschap, erfgoed, grondstoffen/circulariteit. Daar hoort de integrale beoordeling van omgevingseffecten van die projecten en plannen bij.
Gemeenten en provincies maken aldus steeds vaker een omgevingseffectrapportage, omdat deze nieuwe term die brede lading beter dekt. Internationaal zijn ook sociale aspecten een volwaardig onderdeel van milieueffectrapportage. Tegelijkertijd blijft er juist ook behoefte om in te zoomen op deelaspecten van de leefomgeving, bijvoorbeeld vanwege ervaren beleidstekorten, zoals rond natuur en biodiversiteit, waterkwaliteit, de gezondheid (lucht- en geluidskwaliteit) en de kwaliteit van het getijdenlandschap. De introductie in 2022 van de Ecologische Autoriteit en de onderbrenging daarvan in de organisatie van Commissie mer kan in dat licht worden gezien.
Eén en ander biedt interessante kansen voor de verdere positionering van de Commissie mer en een mogelijke uitbreiding van haar dienstenportfolio. De ontwikkelingen vragen om een samenhangende kennisorganisatie, waarin soepel kan worden geschakeld tussen uiteenlopende kennisdomeinen en de bijbehorende netwerken van deskundigen.
Als ook tussen uiteenlopende posities en fasen in de besluitvorming; van (inter-)nationaal tot regionaal en van het niveau van strategische plannen tot aan meer concrete projecten.
Daarbij moet bovendien rekening worden gehouden met de uiteenlopende financieringsvormen van de verschillende Commissie-onderdelen (tarievenstelsels, subsidiesystematiek) en de uiteenlopende ruimte die dat biedt voor de kennisvragen van partners en voor de bredere kennisontwikkeling binnen de organisatie als geheel. Daarom is het belangrijk dat de Commissie verdere samenwerkingen intensiveert en haar netwerk (onder andere in de Eerste en Tweede Kamer, maar ook met decentrale overheden en met de omliggende kennis- en advieswereld) actiever benut en intensiveert. De Commissie mer profileert zich daarbij als ‘Centre of Expertise’ op mer-gebied in binnen- en buitenland en wil zich op dat gebied graag verder ontwikkelen. De organisatie werkt daarbij aan de doorontwikkeling en vernieuwing van het mer als besluitvormings- en participatie-instrument.
Commissie mer (nationaal en internationaal) en de Ecologische Autoriteit kunnen daarbij terugvallen op een sterk team: medewerkers met een diverse set aan vaardigheden, met een goed netwerk en veel kennis. Voor het realiseren van haar ambities is het cruciaal om te fungeren als een zowel intern als extern wendbare kennisorganisatie. Meer dan voorheen wil de Commissie mer met haar sterke team responsief zijn voor de volle breedte van politieke, maatschappelijke en duurzame ontwikkelingen die op haar afkomen en zo toonaangevend partner blijven in de 'omgevings'-agenda. Ook wordt stevig ingezet op meer diversiteit binnen (en een wisselende samenstelling van) de werkgroepen om te komen tot een verhoogde inbreng van vernieuwende en verassende invalshoeken. Eind 2024 heeft de Commissie een “Gateway Review Health Check” ondergaan door een externe evaluatiecommissie. Vanuit deze review is een aantal acties voortgekomen op het gebied van innovatie van het mer-instrument, een meer contextueel mer-advies en sterkere synergie tussen de verschillende organisatieonderdelen.
Governance
De Commissie wordt geleid door een Algemeen Directeur / Secretaris en een Directeur Internationaal, ondersteund door een directieteam met daarin onder meer, het Hoofd Bedrijfsvoering en de HR adviseur. De besluitvorming geschiedt binnen het directieteam op basis van gelijkwaardigheid; indien aan de orde heeft de Algemeen Directeur / Secretaris de doorslaggevende stem. De Directeur Internationaal rapporteert aan de Algemeen Directeur / Secretaris en treedt op als zijn plaatsvervanger. Per 31 mei a.s. zal de huidige Algemeen Directeur / Secretaris de organisatie verlaten en ontstaat de onderhavige vacature.
De Commissie, inclusief secretariaat, is ondergebracht in de Stichting Bureau Commissie voor de mer. Het secretariaat opereert onder eindverantwoordelijkheid van het bestuur, bestaande uit een bestuursvoorzitter en bestuursleden (tevens plaatsvervangend voorzitters):
- dhr. em. prof. dr. ir. J.T. (Hans) Mommaas (bestuursvoorzitter);
- dhr. ir. H.A.A.M. (Harry) Webers (secretaris/penningmeester);
- mw. drs. S. (Simone) Filippini (bestuurslid, tevens voorzitter internationaal);
- dhr. ir. C.T. (Kees) Slingerland (bestuurslid).
De overige plaatsvervangend voorzitters zijn:
- mw. ir. A.M. (Annemie) Burger;
- dhr. prof. dr. J.J. (Jan Jacob) van Dijk;
- dhr. mr. drs. P.C.G. (Peter) Glas;
- mw. drs. J.G.M. (Marieke) van Rhijn;
- mw. drs. M.A.J. (Marja) van der Tas;
- mw. drs. L. (Liesbeth) van Tongeren.
De Commissie kent sinds 2025 een Ondernemingsraad (OR). Deze is deels nog in oprichting omdat de OR nog niet voltallig is.
Profiel Algemeen Directeur / Secretaris
De Algemeen Directeur / Secretaris is een coachend leider, iemand die goed in staat is kennisprofessionals te managen; als een strateeg, iemand die de strategische koers van de Commissie mer uitzet, zowel naar binnen als naar buiten, samen met het bestuur, de directie, het voorzittersoverleg en de coördinator Ecologische Autoriteit.
De Algemeen Directeur / Secretaris moet effectief kunnen opereren in een omgeving die vooral gericht is op kennis, feiten en argumenten. Dat betekent: snel grote hoeveelheden kennis tot zich kunnen nemen en daar ook plezier in hebben. Maar ook: snel de hoofdlijnen uit die kennis kunnen halen, en deze vervolgens overtuigend kunnen verwoorden. Binnen een kennisorganisatie zijn invloed en inspiratie belangijker dan macht. Voor inspiratie is het belangrijk dat de Algemeen Directeur / Secretaris authentiek is. Dat betekent dat hij/zij als mens bij bovenstaande moet passen, met name bij de competentie om coachend leider te zijn. Dat vergt empathie en het vermogen tot enthousiasmeren. Maar van belang is ook het vermogen om soms achterover te leunen, en ruimte te laten voor de creativiteit en het vernieuwend vermogen van anderen. De directeur waakt daarbij over de continuïteit; te abrupte koerswijzigingen kunnen het interne en externe vertrouwen beïnvloeden. De kandidaat is aldus goed in staat om medewerkers in hun kracht te zetten en richting te geven, en tegelijkertijd een consistente koers voor de organisatie als geheel te onderhouden. De Algemeen Directeur / Secretaris zal dus veel ruimte moeten kunnen organiseren, maar tegelijkertijd waar nodig grenzen kunnen stellen.
De Algemeen Directeur / Secretaris participeert daartoe zelf ook als Werkgroepsecretaris in het begeleiden van werkgroepen en opstellen van mer-adviezen en geeft daarbij middels de kwaliteit van zijn/haar werk de medewerkers het goede voorbeeld. Met andere woorden, de Algemeen Directeur / Secretaris is niet alleen manager, maar ook ‘meewerkend voorman/-vrouw’.
Kennis, empathie en enthousiasme zijn belangrijk voor de rol ‘naar binnen’, maar ook ‘naar buiten’, als gezicht van de organisatie in Nederland. Het opbouwen van een netwerk en relatieontwikkeling zijn in dit kader belangrijk. Het is belangrijk een bestuurlijk, maatschappelijk en ambtelijk netwerk te ontwikkelen binnen de directe ‘ontvangers’ van Commissie mer NL adviezen en bij invloedrijke spelers in het Nederlandse ‘mer-systeem’. Via deze netwerken houdt de directeur vinger aan de pols over de effectiviteit van de adviezen van de Commissie mer, de relevantie van de adviezen in besluitvorming, en via deze netwerken is hij/zij ook een gesprekspartner binnen de ontwikkeling van het Nederlandse ‘mer-systeem’. Overigens hoeft de Algemeen Directeur / Secretaris de netwerken niet meteen te hebben; belangrijk is vooral het vermogen om ze snel en adequaat te kunnen bouwen en onderhouden. De Algemeen Directeur / Secretaris richt zich dus op het mer-systeem in zijn Nederlands-Europese beleidscontext.
De activiteiten van de Commissie op het vlak van de Internationale Samenwerking vallen onder de verantwoordelijkheid van de Directeur Internationaal. De Commissie onderhoudt in toenemende mate contacten met de Europese Commissie en andere Europese lidstaten over manieren van werken op mer gebied en mer directieven, ook in relatie tot het internationale beleid. Van de Algemeen Directeur / Secretaris wordt verwacht dat hij/zij samen met de Directeur Internationaal het netwerk en de kennisuitwisseling binnen Europa versterkt. Qua kennis is vooral het vermogen van belang om wetenschappelijke kennis goed te kunnen begrijpen en in te zetten in de wisselwerking met de besluitvorming.
Een academisch denkniveau is daarom noodzakelijk. Specifieke (sector)kennis is echter minder relevant, vanwege de breedte van de onderwerpen aan de orde kunnen zijn.
De Algemeen Directeur / Secretaris is verantwoordelijk voor een zodanige dagelijkse aansturing van de werkorganisatie Commissie mer dat de organisatiedoelstellingen gerealiseerd en de continuïteit gegarandeerd worden. Hij/zij heeft daartoe voldoende kennis van bedrijfsvoering om met het Hoofd Bedrijfsvoering te kunnen sparren en deze waar nodig te kunnen ondersteunen of bij te sturen. De Algemeen Directeur / Secretaris ontwikkelt/onderhoudt een visie op de koers en zet een strategie uit inzake mer en voert hiervoor beleidsbesprekingen met de Bestuursvoorzitter en het bestuur. Hij of zij volgt, beïnvloedt en anticipeert op politieke besluit-/wet- en regelgeving en onderhoudt contacten, werkt nauw samen met politiek, nationale en decentrale overheden, multilaterale organisaties en (inter-)nationale advies- en kennisinstellingen en belangenorganisaties, in samenspraak met de Directeur Internationaal. Hierbij wordt een nauwe relatie onderhouden met de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Orde en van Buitenlandse Zaken.
De Algemeen Directeur / Secretaris borgt huidige subsidies en weet nieuwe subsidies/ fondsen te werven en verzorgt de verantwoording hieromtrent. Hij of zij identificeert nieuwe ontwikkelingen, geeft vorm aan nieuwe samenwerkingsverbanden en weet nieuwe opdrachten te verwerven.
Verantwoordelijkheden Algemeen Directeur / Secretaris:
- borgt de kwaliteit en consistentie van advisering en capaciteitsontwikkeling;
- draagt zorg voor en bewaakt de (gezonde) financiële positie van de organisatie;
- realiseert een prettig en productief werkklimaat, geeft vorm aan onderscheidend werkgeverschap en uitvoering van een zorgvuldig personeelsbeleid;
- bewaakt de kwaliteit en ontwikkeling van externe communicatie en treedt op als woordvoerder en promotor van het instrument mer (‘gezicht’ van de Commissie);
- neemt deel aan het Bestuursoverleg en het Voorzittersoverleg van Commissie mer;
- bereidt het Bestuurs- en voorzittersoverleg samen met de Bestuursvoorzitter voor;
- vervangt extern de Bestuursvoorzitter bij gelegenheid;
- verzorgt presentaties, gastcolleges en lezingen;
- draagt zorgt voor implementatie van de Gateway Review actiepunten.
Gewenste ervaring en kennis:
- beschikt over academisch werk- en denkniveau en heeft ervaring met management van een werkorganisatie: financiën, HR, ICT/ facilitair en inkoop;
- beschikt over ervaring met leidinggeven aan kennisprofessionals;
- heeft praktijkervaring met de politieke en ambtelijke context van overheidsbeleid, zowel op nationaal als decentraal niveau;
- heeft kennis van omgevingsbeleid, milieueffectrapportage en/of duurzaamheids- en milieubeleid;
- beschikt over netwerk voor de verdere uitbouw van de relevantie en het toepassingsbereik van mer (nationaal als decentraal beleidsniveau), met relevante kennisinstellingen, ngo’s, bedrijfsleven en professionele organisaties (voorkeur op het vlak van omgevings- en milieubeleid);
- heeft affiniteit met opereren op grensvlak van wetenschap en (politieke) besluitvorming en bestuurlijk toezicht;
- heeft uitstekende beheersing (mondeling minimaal C1 niveau) van de Engelse taal.
De Commissie hecht waarde aan een diverse samenstelling en genderverhouding binnen de mer-organisatie.
Gewenst competentieprofiel:
Strategie en Visie
- heeft een goed ontwikkeld gevoel voor politiek/bestuurlijke verhoudingen, belangen en culturen;
- weet uit complexe en grote hoeveelheden informatie hoofd- en bijzaken te onderscheiden en hieruit strategische lijnen te vertalen naar concrete acties;
- zet een koers uit voor de organisatie die past bij de maatschappelijke opgaven en beleidsontwikkeling en neemt daarin de belangen van stakeholders mee;
- beschikt over adequate besluitvaardigheid, durft keuzes te maken en draagt deze overtuigend uit;
- begrijpt en doorgrondt relevante ontwikkelingen (in zowel het milieulandschap, als maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen, zoals ICT) vanuit verschillende perspectieven (veiligheid, juridisch, privacy, inclusiviteit, etc.);
- is in staat ontwikkelingen af te wegen en optimaal te benutten in dienst van de eigen organisatie en het realiseren van de (noodzakelijke veranderingen ten behoeve van) de maatschappelijke opgave.
Reflectievermogen
- neemt afstand van de dagelijkse praktijk en neemt de tijd voor reflectie op eigen functioneren, het functioneren van de organisatie en van het verantwoordelijkheidsgebied;
- maakt de organisatie en zichzelf zo nodig los uit vaste patronen en staat open voor nieuwe zienswijzen;
- creëert en stimuleert een reflectief, veilig en positief lerend team- en organisatieklimaat met ruimte voor diversiteit en vervult hierin een voorbeeldrol;
- heeft zelfinzicht en zoekt actief naar persoonlijke feedback en reëel inzicht in de eigen sterke en zwakke punten en durft zich kwetsbaar op te stellen.
Leidinggeven
- toont empathie en weet te enthousiasmeren, hanteert hierbij een coachende leiderschapsstijl;
- toont realisatiekracht, laat zich niet afschrikken door tegenslagen, weerstand en bezwaren;
- beschikt over natuurlijk gezag zonder groot ego;
- bewaakt de rode draden, organisatiedoelen en samenhang, zonder de autonomie van medewerkers in te perken, maar geeft ruimte voor creativiteit en het vernieuwend vermogen van anderen;
- kan medewerkers op positieve wijze en doelgericht aansturen en uitdagen om tot een beter resultaat te komen;
- creëert een werkomgeving waarin kwaliteit, kennisontwikkeling en -uitwisseling en samenwerking centraal staan.
Netwerken en positionering
- positioneert de Commissie mer actief en zichtbaar, en vergroot haar impact en communicatiekracht;
- bouwt en onderhoudt (strategische) netwerken binnen het bestuurlijke, maatschappelijke en ambtelijke veld om de effectiviteit en relevantie van adviezen te monitoren en actief bij te dragen aan de ontwikkeling van het Nederlandse mer-systeem;
- identificeert nieuwe ontwikkelingen, geeft vorm aan nieuwe samenwerkingsverbanden en weet nieuwe opdrachten en subsidiestromen te verwerven;
- is in staat om, ook in het licht van weerstand of complexe belangen, de meerwaarde van mer uit te dragen en anderen daarvoor te winnen;
- verplaatst zich in anderen en toont zich bewust van de invloed van het eigen handelen op anderen;
- is in staat (inter)nationale politieke en culturele maatschappelijke ontwikkelingen en verhoudingen te begrijpen, te duiden en te benutten.
Conceptuele flexibiliteit
- analyseert, weegt en beoordeelt complexe, soms tegenstrijdige, informatie;
- ontwikkelt, mede op grond hiervan, scenario’s en weegt deze in het licht van relevante criteria tegen elkaar af en neemt hierover besluiten;
- houdt rekening en kan omgaan met onzekerheden, het slechten van paradoxen en kan handelen op basis van inherent beperkte informatie of steeds nieuwe, aanvullende informatie;
- initieert de totstandkoming van visies, meerjarenplannen en dergelijke op basis van de maatschappelijke opgave.
Arbeidsvoorwaarden
Maandinkomen € 10.090,-- tot € 11.182,-- bruto (40-urige werkweek), afhankelijk van kennis en ervaring. Daar bovenop ontvangt u een premievrij pensioen, een eindejaarsuitkering (3,7%), een vakantietoeslag (8%) en faciliteiten voor persoonlijke ontwikkeling.
Procedure
Naar verwachting zullen de gespreksrondes van kandidaten met de selectie- en adviescommissie van mer plaatsvinden in de derde en vierde week van juni.
Contact
De Commissie mer laat zich in deze procedure bijstaan door Edith Zeevalk (partner) en Thom Ponsen (research consultant) van Holtrop Ravesloot. Belangstellenden kunnen hun interesse vóór maandag 19 mei 2025 kenbaar maken door een korte motivatie (inclusief actueel cv) te sturen aan reacties@holtropravesloot.nl
