Lid Raad van Bestuur, portefeuille bedrijfsvoering

Organisatie in de kern

• Bij Philadelphia ondersteunen 8.000 medewerkers ongeveer 10.000 mensen met een beperking, de jaaromzet is ca 500 miljoen euro. Philadelphia is daarmee een grote, landelijke organisatie. Op het gebied van gehandicaptenzorg is zij de tweede speler van Nederland.
• Het aanbod van Philadelphia is opgedeeld in drie clusters: Jeugd, Werk & Ontwikkeling, Zorg & Wonen en Intensieve Zorg.
• Verspreid over zo’n 600 kleinschalige locaties zorgen de professionals voor zorg en begeleiding. Zij benutten de voordelen van een grote organisatie en hebben veel expertise in huis zoals: gedragsdeskundigen, fysiotherapeuten, logopedisten en ergotherapeuten.
• Philadelphia vindt het belangrijk om verbinding te maken en te behouden met de omgeving. Daarom blijven de locaties kleinschalig. Philadelphia werkt samen met andere zorgaanbieders, vrijwilligersorganisaties, gemeenten en ondernemers uit de omgeving. Zo kan Philadelphia zorg en begeleiding aan cliënten bieden en daardoor succesvol bijdragen aan een ‘gewoon leven en een eigen leven’
  

Missie: ‘Een gewoon leven, een eigen leven’.
In de onlangs vastgestelde Koers 2025 – 2030 is de missie van Philadelphia opnieuw vastgesteld:

‘Als mensen met een verstandelijke beperking meer zelf kunnen dan draagt dat bij aan een gewoon leven. Dat geldt ook wanneer anderen iets voor of met hen doen. Hoe meer zij zelf doen, hoe beter. Hoe meer anderen doen, hoe gewoner. Beter en gewoner dan wanneer wij inspringen. En dus wonen en werken en leven midden in de samenleving.
Daarom wordt de plek die wij innemen in het leven van een cliënt zo klein als kan en zo groot als moet. Klein als blijkt dat de cliënt met minder begeleiding toekan, of net zo graag digitale begeleiding wil. Groot als de intensieve zorg daar nu eenmaal om vraagt. Dit betekent niet dat we minder gaan doen.
Wel gaan we dingen anders doen, onze expertise inzetten waar die van toegevoegde waarde is als professional in het netwerk rond de cliënt. De plek die wij innemen in het leven van de cliënt wordt kleiner waar dat kan. Dat is goed en dat streven we dus ook na. Alles binnen de mogelijkheden van de
cliënt, want ieder mens is anders. Met als doel dat de cliënt, verwanten, vrienden en de maatschappij precies de samenleving vormen waar je maar wat graag middenin staat.’

Kernwaarden: Liefde, Lef en Meesterschap
Net als de missie, zijn ook de kernwaarden in de Koers 2025 – 2030 gelijk gebleven. Ze hebben wel een vollere betekenis gekregen.

Liefde - Onze begeleiding is warm, met veel aandacht voor wat mensen willen en kunnen, gedurende de hele levensloop. We streven na dat iedereen erbij hoort, onderdeel is van een groep. Iedereen heeft
betekenis. Liefde krijgt bij ons gestalte op drie niveaus:

• We behandelen onze cliënten met liefde en doen ons werk met toewijding.
• We hebben aandacht voor ze en zijn in ze geïnteresseerd. In hun gedachten en hun ervaringen, in hun lichamelijk welzijn, hun dromen en ook hun naasten. Kortom: we geven om de mensen die op ons vertrouwen en we behandelen ze gelijkwaardig en met respect.
• We benaderen onze collega’s met liefde. We helpen elkaar waar nodig en vormen een echte gemeenschap. We stellen ons open op, ook naar verwanten en vrijwilligers, om samen het beste te doen voor de cliënt.
• We kijken naar onszelf met liefde. We genieten van onze talenten en proberen ze verder te ontwikkelen. Maar we zijn ook niet bang om zelfkritisch te zijn. Zodat we op onszelf kunnen vertrouwen en anderen dat daardoor ook kunnen.
  

Lef - We laten cliënten meer ontdekken, op zoek naar wat het leven te bieden heeft. We laten los – zodra dat kan - om cliënten te laten groeien en anderen een grotere rol te laten spelen. Van fouten leren we; ontwikkelen gaat met vallen en opstaan.

• Het lef om lastige vragen te stellen aan elkaar. Ook bij de intake. Over de zeggenschap van een cliënt en over diens mogelijkheden, zorgbehoefte en de daarbij passende zorg en ondersteuning. Over de rolverdeling tussen verwanten en zorgprofessionals.
• Het lef om dingen te proberen. Door de begeleidingsmethode soms aan te passen. Door cliënten uit te dagen.
• Het lef om aan onszelf te twijfelen. Om fouten te maken, ze toe te geven en niet weg te duiken voor de mening van anderen maar er juist (samen) van te leren.

Meesterschap – We zijn veelzijdige professionals die hun vak verstaan en creatief en flexibel zijn. Die volop samenwerken, van elkaar leren en het werk zo organiseren dat echt gebeurt wat nodig is. We zoeken continu naar een balans tussen wat we zelf doen en wat anders of met anderen kan.
We delen onze expertise om anderen in staat te stellen mensen met een verstandelijke beperking te ondersteunen.

• Meesterschap door ondersteuning op maat. We staan stevig naast mensen, maar nemen hun leven zo min mogelijk over. Dus stimuleren we zelf kiezen, zeggenschap over het eigen leven en het ontwikkelen van hun mogelijkheden. Waar het kan zelf, anders en met anderen. Waar het nodig is samen.
• Meesterschap door verantwoordelijkheid te pakken. We regelen ons werk zo eenvoudig mogelijk. Met minder procedures en protocollen, ondersteund door technologie.
• Meesterschap door cliëntgerichte innovatie. Door technologie te ontwikkelen en in te zetten kunnen cliënten en medewerkers méér zelf doen.
  

ZO Werken We Samen
Philadelphia wil werken vanuit de principes van ZelfOrganisatie. Centraal staat dat medewerkers werken aan het vergroten van kennis en kunde en de speelruimte van teams binnen heldere kaders. Ieder team krijgt daarmee regie over het eigen werk. De managers geven daarbij sturing vanuit visie, waarden en strategie. In de afgelopen jaar is Zelforganisatie verder ontwikkeld en ook binnen de nieuwe Koers 2025 – 2030 is dit één van de strategische lijnen.


Hoe werkt Philadelphia?

• Cliënten zijn uniek. De een heeft genoeg aan enkele uren begeleiding per week, de ander heeft dagelijkse, intensieve zorg nodig in een beschermende woon- en leefomgeving. Weer iemand anders heeft een verblijfplek op een locatie waar in groepen wordt geleefd of een tijdelijke logeerplaats. Een ander krijgt dagbesteding of een vorm van begeleid werken. Philadelphia richt de zorg en begeleiding zoveel mogelijk is volgens de richtlijnen van de Koers: zelf, anders en met anderen en waar nodig stappen onze professionals in.
• De organisatie wordt (h)erkend als voorloper in de zorg.
• Vanuit het Expertisecentrum wordt advisering, diagnostiek en behandeling vanuit de medische, paramedische, vaktherapeutische en gedragswetenschappelijke discipline gegeven. Philadelphia heeft gedragsdeskundigen, fysiotherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten en vaktherapeuten in dienst die cliënten begeleiden en teams bij de uitvoering van de zorg ondersteunen.
• Op het vlak van bedrijfsvoering worden de locaties en teams ondersteund door diverse ondersteunende diensten vanuit het Servicekantoor in Amersfoort. Op deze manier bieden zij cliënten begeleiding in de buurt en maken alle locaties gebruik van de voordelen die een grote, landelijke instelling biedt.

Medezeggenschap
Philadelphia is er voor de cliënten. Daarom werken ze nauw met hen samen en tevens met hun ouders en vertegenwoordigers. Want iedere cliënt is anders. In de landelijke cliëntenraad praten cliënten mee. Ouders en vertegenwoordigers oefenen medezeggenschap uit via de landelijke familieraad. Ook op regionaal en lokaal niveau zijn cliëntenraden en familieraden actief. En op alle locaties komen cliënten samen voor wat zij een huiskameroverleg noemen. Zo kunnen zij lokaal heel gericht invloed uitoefenen op hun directie leef- en/of werk c.q. dagbestedingsomgeving. Medewerkers praten op landelijk niveau mee in de ondernemingsraad. De organisatieonderdelen van Philadelphia hebben onderdeelcommissies.

Koers 2025 – 2030
In 2024 is de Koers 2025 – 2030 opgesteld. De overtuiging achter de keuzes die Philadelphia heeft gemaakt is: Als mensen met een beperking meer zelf kunnen doen of als anderen iets voor of met hen doen, dan draagt dat meer bij aan een gewoon leven dan wanneer wij zorg leveren, of ondersteunen. Dat vergroot hun wereld en die van ons allemaal.

De belangrijkste keuzes die Philadelphia hierin heeft gemaakt zijn:

• Midden in de samenleving opnieuw vormgeven

Vanaf onze oorsprong staan we midden in de samenleving. Als wij het potentieel van mensen helpen ontwikkelen en hen verbinden met anderen in hun leefomgeving, kunnen zij een zo gewoon mogelijk, zo eigen mogelijk leven leiden. Dat is waar we vandaan komen, en dat is ook waar we ons nog meer
op gaan richten. We hebben soms erg veel zorg en begeleiding overgenomen. We gaan nu op drie hoofdthema’s het leven van cliënten ‘midden in de samenleving’ opnieuw vormgeven:

• Zelf. We vergroten de rol van de cliënten door hun talenten te blijven helpen ontwikkelen, soms zijn dit grote stappen, soms heel klein en persoonlijk. Bij elkaar voelen cliënten zich beter ondersteund op momenten dat ze het nodig hebben, kunnen ze meer zelf, en maken zij vaker onderdeel uit van een groep in de buitenwereld in werk, dagbesteding en ontspanning. Of komt de samenleving dichter bij cliënten die niet altijd naar buiten kunnen. Hun leven wordt zo gewoner en hun netwerk groter.
• Anders. Midden in de samenleving staan betekent ook digitaal verbonden zijn en digitaal vaardig zijn. Cliënten vragen hierop begeleiding van ons. Net als dat cliënten ondersteund willen worden met digitale middelen. Het digitale is geleidelijk aan een natuurlijk onderdeel van ons leven geworden. Daarom bieden we onze begeleiding zoveel mogelijk digitaal aan en gebruiken we digitale middelen om het leven van cliënten te ondersteunen.
• Met anderen. En we gaan ‘midden in de samenleving’ structureel invullen mét die samenleving, dus met mensen uit de buurt, verwanten en met partners in werk, onderwijs, sociaal domein, zorg en wonen. We hebben op verschillende plekken al laten zien dat we dit kunnen, talenten van cliënten ontwikkelen, begeleiding anders en met anderen in te richten. De uitdaging is om dat structureel en op grote schaal te doen.
  
  
• Levensloop benadering

Cliënten hebben zo veel als mogelijk een gewoon, eigen leven. Hier horen, net als bij ieder ander, verschillende levensfasen bij. Die fasen vragen om verschillende oplossingen waarin je als cliënt soms meer en soms minder begeleiding nodig hebt. Wij kiezen voor ontwikkelingsgericht werken gedurende de hele levensloop van de cliënt. We kijken wat op enig moment de passende begeleiding en de passende plek is, wanneer opschaling nodig is en wanneer is afschaling mogelijk. En op welke plek dat het beste kan, binnen of buiten Philadelphia? We hebben hierbij oog voor zingeving van deze cliënt. Wij bieden niet voor iedere cliënt in elke regio zelf een oplossing in elke levensfase. Waar de cirkel nagenoeg rond is, kijken we of we de cirkel zelf of met anderen rond kunnen krijgen.

• Weg van de vrijblijvendheid

Het maakt veel uit met welk type cliënten je werkt en in welke omgeving. We bepalen wat waar werkt, en gebruiken dat zonder overal het wiel opnieuw uitvinden. Daarom moeten we van onderaf organiseren en van bovenaf regisseren en ondersteunen. Dat vereist een helder kader, met doelstellingen, rollen en verantwoordelijkheden, dat geen ruimte geeft aan vrijblijvendheid. We leren met elkaar en van elkaar. Wat goed werkt, implementeren we echt. De nu beleefde implementatieproblemen kunnen we oplossen door kennis en innovatiekracht in te brengen in de regio’s en de samenwerking tussen clusters te bevorderen.